Palumue
Blijf op de hoogte en volg Helmie, Trudie, Hans, Marion
28 Oktober 2019 | Suriname, Paramaribo
Vandaag vertrekken wij opnieuw richting het regenwoud voor 4 nachten. Gisteren is de kleding weer gewassen en gedroogd, zodat we opnieuw onze rugzakken kunnen volladen.
Voor de komende 4 nachten mogen we 8 kilo per persoon meenemen, waaronder ons jungle tenue. Het wordt passen en meten.
Ons ontbijt nuttigen we om 07.30 uur bij nummer 3. De koffers blijven hier achter bij Kekemba. Om 09.10 uur staat de taxi paraat. Wij gaan op naar het vliegveld Zorg én Hoop in Paramaribo.
Wij vliegen met GumAir, betreft een klein vliegtuigje voor 12 personen.
Bij aankomst worden we direct doorgesluisd naar een vip ruimte. Een ruimte met airco, we genieten nog even van de koelte voor we de jungle ingaan. Ook krijgen we hier een broodje en wat drinken geserveerd.
We ontmoeten onze gids Elton, een behoorlijke enthousiasteling. Wij worden gewogen, met en zonder onze bagage. Alles om een goede vlucht te realiseren.
Op het einde, wanneer er blijkt dat er nog kilo’s mogelijk zijn, kunnen een aantal Surinamers pakketten meegeven voor hun familie in het indianendorp.
Wij vertrekken, op naar Palemeu.
De vlucht duurt zo’n 65 minuten. Een klein vliegtuig én open weer, waardoor we ook vanuit de lucht veel van Suriname kunnen zien.
We zien Paramaribo, de brug over de Surinamerivier, we zien het internationale vliegveld, de bauxietmijnen, we zien de dorpen aan de kronkelige surinamerivier, we zien de goudwinning, helaas wat een vernietiging van de natuur. De kwik die zij nog gebruiken. En de enige doe er rijk van worden zijn de buitenlandse investeerders. Maar dan vliegen we over de ongerepte jungle........én dat allemaal vanuit de lucht.
We gaan diep de jungle in, 247 kilometer vanuit Paramaribo, er is echter geen geasfalteerde weg om hier te komen. Alleen per vliegtuig of per korjaal.
We landen op een klein vliegveldje, (grasveld) Vincent Fajks genaamd, welke is aangelegd in 1959, midden in de jungle. Dit vliegveldje is genoemd naar de 2 piloten welke tijdens voedseldroppingen in oktober 1959 verongelukt zijn hier in de omgeving. Het doet ons denken aan de flying docters, een open vlakte waarop een landingsbaan(tje) is gemaakt. We landen direct voor het resort, met daaraan grenzend het dorp met zo’n 300 authentieke indianen, verdeeld over 80 huishoudens. Deze groepering draagt veelal westerse kleding, maar zij leven nog van de natuur, vangen, vissen, jagen met zelfgemaakte hengels, harpoenen, pijl en boog én met een geweer. Zij wonen in originele woningen, slapen in zelfgemaakte hangmatten, veelal onder de woning in de openlucht.
Wij gaan terug in de tijd, een tijd die wijzelf,nog onze ouders ooit hebben gekend.
We maken kennis met de overige gasten, waarmee wij de komende dagen een groep zullen vormen.
We worden aan elkaar voorgesteld én blijkt dat er 4 gasten morgen vroeg alweer gaan vertrekken. Zij gaan nog dieper het regenwoud in per boot en slapen in hangmat in de open lucht.
We krijgen onze lodges toegewezen en worden direct uitgenodigd om ons klaar te maken voor de lunch én een zwempartijtje in de rivier.
We vertrekken per korjaal én komen uit op wederom een idyllisch plekje.
Hier wordt ons in een mum van tijd een warme lunch voorgezet. Heerlijk, met de geluiden van de stroomversnelling op de achtergrond, en het geluid van de vele vogels in het regenwoud smaakt dit wederom prima.
Na de lunch tijd om te zwemmen. We lopen een klein stukje door en komen uit bij een klein strandje aan de Tapanahony rivier. We duiken het water in, zo lekker. De bodem varieert qua diepte, soms tot aan je enkels, soms kun je niet meer staan, maar zo zalig, wederom het zwitserleven gevoel. En de eerlijkheid gebiedt te zeggen dit gevoel ervaren wij hier in Suriname dagelijks. Zo mooi, zo bijzonder én met geen pen te beschrijven.
We stappen weer in de boot en keren terug richting resort. We stoppen bij het dorp én maken hier een korte wandeling. De dorpsbewoners heten ons welkom met casavebrood én peperwater, het basisvoedsel voor de indianen van oudsher.
We maken kennis met de kapitein van het dorp.
We zien de woonverblijven, de open plekken waar er gekookt wordt, waar casavebrood bereid word, we horen hoe casavebier bereid word, we zien een plek waar men bezig was een boot te bouwen, we zien een vrouwtje met zelfgemaakte sieraden van zaden én noten, we zien de bapisten kerk, welke is uitgebouwd omdat er jaarlijks conferenties gehouden worden die tot wel 1000 gasten kunnen bevatten. We zien kinderen voetballen, en merken ook direct dat de bevolking op zichzelf georiënteerd is.
Dit is volgens onze gids ook een kenmerk van de indianen. Deze indianenstam is veelal op zichzelf, binnen de eigen gemeenschap, men kijkt mensen lang niet altijd aan. De gids vraagt ons om begrip én hun met hun gedrag te respecteren.
Hier, in deze gemeenschap verblijven de Trio én de Wayana indianen.
We lopen rustig terug richting resort. We zijn wederom op een mooie plek terecht gekomen.
We eten ons avondeten gezamenlijk, drinken nog een parbo én keren snel naar onze slaapverblijven. We zijn moe van de vele indrukken.
We stoppen onze klamboe goed in, en gaan een warme nacht tegemoet.
-
02 November 2019 - 17:03
Gerrie:
Super mooi weer, alleen jammer dat jullie geen foto's kunnen plaatsten !!
Ik had het graag allemaal gezien...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley